Volgens onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving bedraagt de milieuschade door uitstoot van schadelijke stoffen in Nederland jaarlijks €31 miljard. Wanneer hier rekening mee gehouden wordt, valt de maatschappelijke welvaart 4,5% lager uit dan het huidige bruto binnenlands product (bron: Planbureau voor de Leefomgeving). Hierin spelen producenten een grote rol met productieprocessen die voor de uitstoot van schadelijke stoffen naar bodem, water en lucht zorgen. Daarom is de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) ontstaan.
In dit artikel:
Wat? Producenten worden verantwoordelijkheid gehouden voor de milieuschade van hun producten
Zo’n 30 jaar geleden kwamen de eerste vormen van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op. Toentertijd was de UPV gericht op drie elementen: 1) de lasten van afgedankte producten te verschuiven naar producenten, 2) de hoeveelheid afval te verminderen en 3) het promoten van recycling (bron: OECD). Als zodanig lag de focus voornamelijk op het beheer van afval. In de loop van de tijd is de focus verplaatst van de laatste fase van de productlevenscyclus, namelijk het weggooien, naar de beginfases van de productlevenscyclus, namelijk het vergroenen van het ontwerp en de ontwikkeling van het product.
Met de UPV wordt de verantwoordelijkheid van producenten uitgebreid zodat ze ook na de verkoop zorg moeten dragen voor het product dat ze verkopen. Bijvoorbeeld door middelen te regelen waardoor de producten na het gebruik weer ingezameld kunnen worden om te recyclen. Op deze manier dragen ze meer verantwoordelijkheid voor de impact die hun producten hebben op het milieu. Voorbeelden zijn de verantwoordelijkheid om duurzame materialen te selecteren voor productontwerp en aan het eind van de levensduur van het product door te zorgen dat de impact op het milieu zo klein mogelijk blijft, door bijvoorbeeld collectieve inzamelingssystemen.
Waarom? Circulair product ontwerp en ontwikkeling voor een duurzame toekomst
Producenten spelen een grote rol in de transitie naar de circulaire economie, omdat bij hen de taak ligt om producten duurzamer te maken. Wanneer producenten hun product design en ontwikkeling naar hogere stappen op de R-ladder brengen zal de transitie naar een circulaire economie makkelijker worden. Dit werkt weer mee aan de ambitie van de Nederlandse overheid om in 2030 50% minder grondstoffen te gebruiken en uiteindelijk in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren.
De UPV geldt voor producenten van bepaalde producten. In de Europese wetgeving worden hiermee partijen bedoeld die als eerste het product in de lidstaat (Nederland in dit geval) in de handel brengen. Dit kunnen dus naast producenten ook de volgende partijen zijn: fabrikanten die producten in Nederland vervaardigen, distributeurs die producten voor het eerst uit non-EU landen in Nederland beschikbaar maken en importeurs die producten uit non-EU landen importeren naar Nederland.
In Nederland is in 2020 het “Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid” gaan gelden. Deze wetgeving geeft invulling aan de Europese Richtlijn van de herziening van de kaderrichtlijn betreffende afvalstoffen uit 2018. Het besluit is het overkoepelende rechtsinstrument dat de UPV reguleert in Nederland. Echter, al sinds de jaren ‘90 geldt er wetgeving betreffende de implementatie van de UPV voor specifieke productgroepen.
Er volgt nu eerst een overzicht van de verplichtingen die uit het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid komen. Daarna worden de UPV-regelingen voor specifieke productgroepen besproken.
Verplichtingen van de producent onder de algemene UPV wetgeving in Nederland:
Dit blog gaat niet in op de UPV van single use plastic (kunststofproducten voor eenmalig gebruik). Zie voor meer informatie hierover dit blog.
Naast de algemene UPV-wetgeving zijn voor alle producten waar de UPV voor geldt aparte verplichtingen opgesteld. Daarnaast is bij ieder van onderstaande producten een producentenorganisatie opgezet. Dit is een organisatie die invulling aan de UPV geeft voor producenten zodat producenten gezamenlijk uitvoering kunnen geven aan de verplichtingen. Dit is efficiënt omdat in plaats van dat alle bedrijven met hetzelfde product allemaal individueel voldoen aan de UPV, het nu door 1 organisatie wordt geregeld. Daarnaast is het overzichtelijk omdat de producentenorganisaties alle gegevens op 1 plek hebben en gelijk in 1 rapport kunnen zetten. Aangesloten producenten moeten een financiële bijdrage doen en gegevens leveren voor de rapportageverplichting. Bij iedere productgroep is de specifieke producentenorganisatie genoemd.
Elektronische en elektronische apparatuur (EEA)
Sinds 2020 geldt er een UPV voor producten die handelen in elektrische en elektronische apparatuur (EEA, wanneer afgedankt ook wel “e-waste” genoemd). De wetten die hierbij horen staan beschreven in de “Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur”. Stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland (OPEN) is de producentenorganisatie die invulling geeft aan de UPV voor e-waste. Op het moment zijn 3.991 producenten en importeurs aangesloten bij Stichting OPEN. De twee grootste doelen van Stichting OPEN zijn het behalen van het inzameldoel van 65% voor e-waste, en stappen zetten richting een e-waste sector die circulair is (bron: Stichting OPEN). Activiteiten die ze uitoefenen om deze doelstellingen te halen zijn het inzamelen en recyclen van e-waste, voorlichten onder de naam van Wecycle om inzameling en recycling van e-waste te stimuleren en rapporteren op de UPV verplichtingen.
Batterijen en accu’s
Volgens het “Besluit beheer batterijen en accu’s 2008" geldt er een UPV op batterijen en accu’s. Om producenten hierbij te helpen bestaat de non-profitorganisatie Stibat. Dit is een producentenorganisatie die uitvoering geeft aan de UPV voor batterijen en accu’s door, onder andere, informatie te verstrekken aan producenten wat de wettelijke verplichtingen zijn, aan welke wetten producenten moeten voldoen en praktische hulp bij het inzamelen, ophalen, sorteren en recyclen van batterijen en accu's (Bron: Stibat).
Autowrakken en autobanden
Sinds 1 juli 2002 geldt het “Besluit beheer autowrakken” waar UPV maatregelen voor auto’s in staan. Hier wordt invulling aan gegeven door producentenorganisatie Autorecycling Nederland. In 2021 werd een recyclingpercentage van 98,7% van het gewicht van afgedankte auto’s behaald (Bron: Autorecycling Nederland).
Naast het besluit over autowrakken, bestaat er sinds 1 april 2004 ook het “Besluit beheer autobanden”. Dit betekent dat ook op autobanden UPV-regelgeving van toepassing is. De producentenorganisatie die hier de invulling van de UPV verzorgt is RecyBEM. Zij doen dit door voor iedere autoband (nieuw of gebruikt) die voor het eerst in de handel wordt gebracht in Nederland een oude band in te zamelen en deze banden op duurzame manier te verwerken. De banden worden bijvoorbeeld gerecycled om vervolgens verwerkt te worden in speeltuin tegels en asfalt, of hergebruikt als occasion band. Van 2004 tot en met 2019 zijn onder andere de volgende besparingen behaald: 337 miljoen kilo rubber en 902 miljoen kilo CO2-uitstoot. Verder streeft RecyBEM ernaar de bandenketen te sluiten, en zo verder te gaan dan reuse en recycling (Bron: RecyBEM).
Verpakkingen
Voor verpakkingen geldt ook de UPV-verplichting. Deze is vastgelegd in het “Besluit beheer verpakkingen". De producentenorganisatie die hier zorg draagt voor de UPV is Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV). Zo zorgt deze stichting onder andere voor de inzameling, sortering en recycling van de verpakkingen. In 2021 is er een recyclingpercentage van 80% gehaald van alle op de markt gebrachte verpakkingen. Dit ligt boven de gestelde Nederlandse doelstelling van 70% en boven de gestelde EU doelstelling van 65%. Echter, circulair is het nog niet. StAV zet zich daarom in om stappen te zetten naar een circulaire verpakkingsketen waarbij verpakkingsmateriaal grondstof is en blijft (bron: Afvalfonds Verpakkingen).
Wegwerpplastic
Zie dit blog voor gedetailleerde informatie over de UPV voor wegwerpplastic.
Textiel
Sinds 1 juli 2023 geldt er een UPV voor textiel. Hiermee is textiel het meest recente product waar de UPV voor geldt. In de nieuwe regels staan onder andere doelstellingen voor hergebruik en recycling (Artikel 3 en 4), gebruik van gerecycled textiel in nieuwe producten (Artikel 6) en verplichting tot verslaglegging (Artikel 7). Wanneer je importeur, fabrikant of buitenlandse aanbieder (de ‘producent’) van kleding (consumenten- en bedrijfskleding) of huishoudtextiel (tafel-, bed- en huishoudlinnen) bent, moet je je tussen 1 juli en 12 augustus 2023 via deze website melden. De producentenorganisatie die de UPV voor textiel gaat verzorgen voor producenten is Stichting UPV Textiel.
Kijk op deze website van de overheid voor meer gedetailleerde informatie per productgroep waar de UPV voor geldt.