Alles wat je moet weten over afvalwetgeving en duurzaamheidsdoelen in 2023

20 min

De maatregelen vanuit de Nederlandse overheid en de EU zijn ambitieus, dat zien wij graag! Er komt veel nieuwe wet- en regelgeving aan om klimaatverandering tegen te gaan en in 2050 een volledig circulaire economie te hebben. 

Als je jouw organisatie toekomstbestendig wil maken, is het dus belangrijk om voorbereid te zijn op die aankomende wetgeving - bijvoorbeeld op de richtlijnen voor rapporteren over circulariteit (CSRD) of voor hoe je omgaat met bedrijfsafval (SUP en LAP3).

Hoe bereid je je goed voor? In dit artikel laten we je zien aan welke wet- en regelgeving rondom circulariteit, duurzaamheid en afvalbeheer jouw organisatie in 2023 moet voldoen.

In dit artikel:

  • Waarom nieuwe wetgeving voor afval?
  • Europese versus Nederlandse wetgeving
  • Om welke wetgeving gaat het? En hoe voldoe je eraan?
    • LAP3
    • SUP richtlijn voor wegwerpplastic
    • Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR)
    • Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030

 

Waarom is er wetgeving voor duurzaam grondstofgebruik en afvalbeheer?

Het is het doel van de Europese Unie om in 2050 een volledig circulaire economie te zijn. Dat is nodig:

  • om de opwarming van de aarde tegen te gaan en CO2-uitstoot te verminderen;
  • omdat grondstoffen schaarser worden: we gebruiken in Europa al jaar-na-jaar meer dan de grenzen van de aarde aan kunnen;
  • om te voorkomen dat onze economieën bij politieke onrust afhankelijk zijn van andere landen voor de levering van grondstoffen.

Daarom volgt ook de Nederlandse overheid met het Rijksbrede programma circulaire economie. Dat nationale plan bestaat uit een heel aantal maatregelen om die circulaire doelen voor 2050 te behalen – en zo snel mogelijk circulair te worden. 

In een circulaire economie gebruiken we grondstoffen efficiënter en zorgen we dat de producten en materialen die we wél gebruiken hun waarde zoveel mogelijk behouden. Zo is er eigenlijk geen afval.


Europese versus Nederlandse wetgeving: verschillen en overeenkomsten

Is er überhaupt een verschil, kun je je afvragen. De meeste wetgeving die in Nederland geldt, komt vanuit de EU. Echter, het ligt aan het type besluit vanuit de EU hoe deze vertaald is naar Nederlandse wetgeving. De twee meest voorkomende besluiten in de afvalwetgeving zijn de verordening (regulation) en richtlijn (directive).

Een verordening is bindend in al haar onderdelen en geldt rechtstreeks voor alle lidstaten. Er zijn dus geen verschillen tussen de lidstaten hoe dit toegepast wordt, en het wordt niet omgezet in nationale wetgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verordening over roamingtarieven die in de gehele EU hetzelfde is. Een ander voorbeeld van een verordening is REACH. Dit gaat over de productie van en handel in chemische stoffen.

Een richtlijn bevat wetten die in nationale wetgeving omgezet moeten worden. Deze is bindend ten aanzien van resultaten die bereikt moeten worden. Lidstaten zijn dus verplicht hun wetgeving zo aan te passen dat het doel van de richtlijn bereikt wordt, maar hebben zelf de ruimte om hier vorm aan te geven. Een voorbeeld hiervan is de Single-use Plastics richtlijn. In deze richtlijn staat o.a. dat lidstaten maatregelen moeten nemen om een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te bewerkstelligen voor bepaalde producten die plastic bevatten. In de Nederlandse wetgeving zijn in het Besluit beheer verpakkingen 2014 meerdere wetten vastgesteld om dit te realiseren. Bijvoorbeeld in Artikel 15f staat dat (1) producenten de kosten moeten dekken van bewustmakingsmaatregelen over het effect van wegwerpplastic en (2) de producent de kosten moet dekken van het opruimen van zwerfafval dat die verkoopt in Nederland. 

Welke nieuwe wetgeving komt er en hoe voldoe je eraan in 2023?

Welke wetgeving uit Europa en Nederland is van belang voor de manier waarop jouw organisatie grondstoffen gebruikt en met afval omgaat?


LAP3: het Landelijk Afvalbeheerplan

Wat is het? 
Het Landelijk Afvalbeheerplan 3 – of LAP3 – is eigenlijk geen wet, maar een beleidskader: een kader voor Nederlands beleid rondom het voorkomen en beheren van afval.

Het geeft in grote lijnen het beleid weer om duurzamer met afval, of grondstoffen, om te gaan en zo de overgang naar een circulaire economie mogelijk te maken.

Bijvoorbeeld:

  • Hoe we afval willen inzamelen, recyclen, verwerken en verbranden
  • Welke partijen er betrokken en verantwoordelijk zijn in de afvalketen
  • Wanneer een materiaal als afval wordt beschouwd
  • Hoe we wetgeving voor afval handhaven

📅 Sinds: eind 2017
Per 1 januari 2025 wordt LAP3 volgens de planning opgevolgd door een nieuw, ambitieuzer plan: het CMP1, Circulair materialenplan. Het grootste verschil tussen deze twee wetgevingen is dat het CMP1 meer gericht is op de transitie naar de circulaire economie. Goed afvalbeheer blijft de focus. Echter, er wordt in het CMP1 meer nadruk gelegd op meer circulaire verwerkingsmethoden zoals reduce, reuse en recycle.


✅ Hoe voldoe je eraan?
Een van de regels die het Landelijk Afvalbeheerplan wel bevat, is dat bedrijven en organisaties hun bedrijfsafval moeten scheiden als het LAP dat aangeeft.

Of en wanneer je bedrijfsafval moet scheiden, hangt af van 3 factoren: 

  • Bedrijfssituatie: de grootte van je organisatie en de wekelijkse hoeveelheid afval
  • Frequentie: of je eenmalig een grote hoeveelheid van 1 afvalstroom moet laten inzamelen
  • De afvalstroom: bepaalde soorten bedrijfsafval zoals e-waste en productieafval moet je altijd verplicht scheiden

👉 Meer informatie over bedrijfsafval scheiden – incl. een Afvalwijzer voor bedrijven – vind je op de website van het LAP.

 

SUP-richtlijn voor wegwerp plastic

Wat is het? 
SUP staat voor de Single-Use Plastic Directive, een Europese richtlijn om het gebruik tegen te gaan van artikelen die gemaakt zijn van plastic voor eenmalig gebruik – ook wel wegwerpplastic genoemd. 

Het doel is om de plastic soep en andere milieuvervuiling door plastic zwerfafval te bestrijden: de SUP-wetgeving gaat namelijk vooral over de 10 plastic producten die het meest gevonden worden op Europese stranden – denk aan plastic drinkflesjes, wegwerpbekers (bijvoorbeeld voor koffie to go), wegwerpborden en plastic bestek.

📅 Vanaf: 1 juli 2023 en 1 januari 2024

✅ Hoe voldoe je eraan?

De SUP-richtlijn bestaat uit een aantal maatregelen - van een verbod op bepaalde plastic producten tot meer verantwoordelijkheid voor producenten.

Dit zijn de 2 belangrijkste onderdelen als het gaat om wegwerpplastic op de werkvloer:

  • Vanaf 1 juli 2023: bij het afhalen of bezorgen van eten en drinken (consumptie onderweg) mag je klanten of werknemers niet meer gratis een plastic wegwerpverpakking meegeven. Er gaat een meerprijs voor gelden en je moet een herbruikbare verpakking aanbieden.
  • Vanaf 1 januari 2024: bij gebruik ter plaatse geldt een verbod op wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen die plastic bevatten – bijvoorbeeld in een café, restaurant maar ook op kantoor. Je moet dan herbruikbare, wasbare bekers, borden en servies gaan gebruiken.

🕵️ ℹ️

Op zoek naar praktische tips om aan de SUP-wetgeving te voldoen? Of naar uitzonderingen? Lees hier alles over de SUP reductiemaatregelen op wegwerp plastic en hier over de aanvullende SUP wetgeving. Vul ook de regelhulp op deze website in om te zien voor jouw specifieke situatie hoe je voldoet aan de SUP-richtlijn.

 

Van Packaging and Packaging Waste Directive (PPWD) naar Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR)

Wat is het? 
De Packaging and Packaging Waste Directive (PPWD) heeft sinds 1994 al meerdere revisies ondergaan, echter is er in november 2022 een wetsvoorstel gedaan voor een ambitieuze en circulaire revisie. Zoals de naam suggereert slaat de wetgeving op verpakking en verpakkingsafval. Waar het eerst een richtlijn was (Directive), staat in het nieuwe wetsvoorstel dat ze er een verordening (Regulation) van willen maken. Dit betekent dat het een bindende rechtshandeling wordt in plaats van een rechtshandeling die lidstaten zelf met wetgeving in mogen vullen. Dus geen PPWD meer, maar PPWR. Op deze manier wordt harmonisatie van de verpakkingsregels tussen lidstaten bevorderd en is er dus een ‘level playing field’. In de wet zelf verandert er ook het een en ander. Zo is er meer focus op de waste hierarchie (zie R-ladder) met de nadruk op preventie, hergebruik en navulling en recycling. 


Voor wie geldt het?
De PPWR geldt voor alle verpakkingen en verpakkingsafval, ongeacht de afkomst en het gebruik. Voor bepaalde marktdeelnemers gelden nog aanvullende verplichtingen. Zie het wetsvoorstel voor specifieke informatie hierover (Artikel 13 t/m 18).

📅 Vanaf wanneer
De nieuwe wetgeving past een geleidelijke aanscherping toe. Dit betekent dat de regels stapsgewijs aangescherpt zullen worden. Bijvoorbeeld eerst een doel voor 2030, dan voor 2040 enzovoorts. Op het moment wordt het wetsvoorstel van feedback voorzien door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. De exacte datum waarop de PPWR in werking treedt hangt af van wanneer de verschillende organen het met elkaar eens zijn.


Beleidsnota Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 - 2030 voor een leefbare planeet

Wat is het? 
Tot nu toe is het circulair economisch beleid vanuit de overheid vooral gericht geweest op vrijwilligheid en vrijblijvendheid. Daar komt verandering in met het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) 2023-2030. In deze beleidsnota wordt namelijk een combinatie van maatregelen op basis van beprijzing, normering en stimulering opgesteld. Er wordt dus meer ingezet op drang en dwang. Dit is nodig om de ambitieuze doelstelling van een volledig circulaire economie in 2050 te behalen. Het voornaamste doel van het NPCE is om de transitie naar een circulaire economie te versnellen en op te schalen.

Zo staat in het NPCE algemene maatregelen beschreven op het gebied van vermindering van grondstoffenverbruik (bijvoorbeeld circulair inkopen), substitutie van grondstoffen (bijvoorbeeld doelstellingen met betrekking tot een bepaald percentage recyclaat in producten), levensduurverlenging (bijvoorbeeld met meer focus op repareren) en hoogwaardige verwerking (bijvoorbeeld hoogwaardig aanbod van secundaire grondstoffen). Daarnaast bevat de NPCE ook nog specifieke maatregelen voor vijf productieketens die de meeste negatieve impact hebben. Bepaalde al bestaande wetgeving is in het NPCE meegenomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de SUP-wetgeving en UPV-regelgeving. Verder voegt het NPCE specifieke voor voorrang productketens en ondersteunende maatregelen toe om de circulaire economie te versnellen in Nederland.

👉 Meer informatie over het NPCE vind je hier

 

Blijf op de hoogte

Ontvang Zero Waste tips in je inbox